Volgens nieuw onderzoek, voorgesteld op het congres van de European Society of Human Reproduction and Embryology, vonden wetenschappers microplastics in het follikelvocht van vrouwen én in sperma. Bij 55% van de mannelijke en 69% van de vrouwelijke stalen werden plasticdeeltjes gedetecteerd. En dan hebben we het niet over kleine restjes van een plastic zak, maar bijvoorbeeld over PTFE – de chemische stof in Teflon – die in 41% van de spermastalen opdook.

Wat betekent dat voor onze vruchtbaarheid?

Op dit moment is er nog geen sluitend bewijs dat deze microplastics onze vruchtbaarheid effectief schaden, maar de zorgen zijn terecht. Uit dierproeven blijkt dat microplastics ontstekingen, DNA-schade en hormonale verstoringen kunnen veroorzaken in het lichaam – allemaal dingen die ei- en zaadcelkwaliteit kunnen beïnvloeden.

Professor Emilio Gomez-Sanchez, die het onderzoek leidde, zegt daarover: “We waren niet verrast dát we microplastics vonden, maar wel hoe vaak we ze tegenkwamen.” En hoewel hij waarschuwt voor overdreven paniek, benadrukt hij wel dat het tijd is om onze blootstelling te beperken. Denk: minder plastic flessen, vaker glas gebruiken voor je eten, en die afhaalmaaltijd misschien niet opwarmen in een plastic potje.

Hoe komt dat plastic eigenlijk in ons lijf terecht?

De hoofdroutes zijn inademen en eten. Microplastics zitten in verpakkingen, flessenwater, luchtvervuiling, en zelfs in zeezout. Gemiddeld krijgen we zo’n 5 gram per week binnen. Dat is een volle eetlepel. Op jaarbasis komt dat neer op 250 gram, of een overvolle dinerbord aan plastic. Bon appétit?

Een ander recent Italiaans onderzoek vond microplastics in het eierstokvocht van 14 op 18 vrouwen, en vorige studies toonden al aan dat ook de placenta en testikels niet gespaard blijven.

Wat nu?

Er is geen reden tot paniek, maar wél reden tot bewustwording. Zeker in een tijd waarin steeds meer mensen met vruchtbaarheidsproblemen kampen. Door wat vaker te kiezen voor plasticvrije alternatieven, zoals herbruikbare flessen en glazen bewaardozen, kan je je blootstelling al flink verminderen. Kleine aanpassingen, grote impact.

De impact van beweging op je mentale gezondheid hangt sterk af van waarom je sport. Doe je een leuke groepsles met een vriend(in) of speel je recreatief voetbal? Dan zijn de mentale voordelen duidelijker aanwezig. Maar sport je uit schuldgevoel of pure verplichting? Dan kan het effect zelfs tegenvallen.

Veel studies focussen ook enkel op mensen die zich al oké voelen. Daardoor wordt de impact op wie wél strugglet vaak overschat. Volgens de onderzoekers is het dus belangrijk om niet zomaar te zeggen “ga sporten en je voelt je beter”, zonder naar de context te kijken.

Bottom line: sporten is geen one-size-fits-all oplossing. Kies iets wat je leuk vindt, niet iets wat moet.

Volgens huisarts Dr. Chun Tang is het geen officiële medische aandoening, maar eerder een veelbesproken observatie: “Bij warm en vochtig weer zetten de bloedvaten uit. Daardoor kan de penis er wat groter of voller uitzien, zeker in ontspannen toestand.” Met andere woorden: meer doorbloeding is meer volume.

Dat effect is tijdelijk en volledig onschuldig. Dr. Tang benadrukt dat alles weer normaliseert zodra de temperaturen dalen. Wel belangrijk: wie merkt dat er plots iets echt abnormaal verandert (denk aan zwelling, pijn of ongemak), laat zich best even nakijken door een arts. “Dat kan wijzen op een infectie of blessure,” zegt hij.

Dus ja, ‘summer penis’ bestaat. Maar voor je gaat googelen of een spiegel checkt: geen stress, het is gewoon je lichaam dat reageert op de hitte.