Eerste mannelijke anticonceptie-implantaat is een feit

Chelsy Vanlerberghe-13 mei 2025 om 11:43

We weten allemaal hoe het gaat: anticonceptie? Dat ligt meestal bij de vrouw. De pil, het spiraaltje, de prikpil... en de bijwerkingen? Die horen er blijkbaar gewoon bij. Maar daar zou binnenkort eindelijk verandering in kunnen komen, want het allereerste anticonceptie-implantaat voor mannen bestaat écht.

Het Amerikaanse bedrijf Contraline heeft een gel ontwikkeld, ADAM, die in de zaadleider geïnjecteerd wordt. Geen hormonen, maar een hydrogel die simpelweg de doorgang van zaadcellen blokkeert. Die zaadcellen worden daarna vanzelf afgebroken door het lichaam. De gel blijft twee jaar zitten en verdwijnt daarna vanzelf weer, waardoor de vruchtbaarheid terugkeert.

Op papier klinkt het als een gamechanger, zeker omdat de verantwoordelijkheid voor anticonceptie vaak op vrouwen valt. Maar er is één ding waar niet iedereen even warm van wordt: de manier waarop het ingebracht wordt. Jep, het moet geïnjecteerd worden in de zaadleider. Gelukkig wel onder lokale verdoving. Licht ongemakkelijk? Misschien. Maar pijnlijk? Niet echt, zeggen de onderzoekers.

Volgens Dr. Alexander Pastuszak, hoofdarts bij Contraline, willen ze vooral “een anticonceptie-optie bieden voor mannen die twee jaar meegaat, veilig is én omkeerbaar.” Twee testpersonen zitten ondertussen aan hun tweede jaar en nog steeds geen zaadcellen te bespeuren. Klinkt veelbelovend.

Toch is het ADAM-implantaat nog niet meteen te vinden bij je huisarts: het zit nog in de testfase. Maar het feit dat dit überhaupt al bestaat, opent de deur naar meer gelijkwaardige anticonceptiemethodes. Ook een mannelijke pil, die de aanmaak van zaadcellen blokkeert via vitamine A, zit in de pijplijn. Bij muizen was die voor 99% effectief.

Dit gebeurt er echt in je brein tijdens seks

Chelsy Vanlerberghe-25 november 2025 om 09:26

Wat er onder de lakens gebeurt, blijft niet onder de lakens — je hersenen doen net zo hard mee. Volgens gynaecoloog Sachchidananda Maiti (via Metro UK) krijgt je brein tijdens seks een volle lading feelgood-chemicaliën, alsof iemand een dopamine-fuif organiseert in je hoofd.

Tijdens een orgasme loopt het nog verder uit de hand: je lichaam gooit dopamine, oxytocine en endorfines in het rond. Dat zijn dezelfde stoffen die vrijkomen wanneer je een goede workout afrondt, of een warme chocolatine binnenwerkt na een lange lesdag. Resultaat? Dat ultra-relaxte, 'ik kan de wereld aan'-gevoel achteraf.

Maar da’s niet alles: bepaalde delen van je brein gaan zelfs even op vliegtuigmodus. De zones die verantwoordelijk zijn voor stress en controle dimmen tijdelijk, waardoor overthinkers eindelijk eens niet over alles piekeren. Je pleasure-, emotie- en fantasiecentra? Die draaien net op volle kracht.

Goed nieuws: je hoeft geen acrobatische standjes of TikTok-seks-hypes te proberen om dit effect te voelen. Een degelijk orgasme, solo of met iemand anders, is genoeg om je hersenen een mentale mini-vakantie te geven.

En zelfs als je niet in de mood bent, kan simpele aanraking al helpen. Seksuoloog Gigi Engle wijst op “touch starvation”: mensen die te weinig fysiek contact krijgen, voelen dat mentaal én fysiek. Een stevige knuffel kan je lichaam al in co-regulatie brengen: je zenuwstelsel gaat dan letterlijk mee in de rustige cadans van de ander.

Conclusie? Je brein houdt van seks, maar ook van aanraking in het algemeen. Dus ja: soms is een knuffel, een stoeipartijtje of een solo-moment precies wat je koppie nodig heeft.

Zo herken je gaslighting (en zo ga je ermee om)

Simon Smetryns-20 november 2025 om 09:38

Gaslighting is wanneer iemand je zo laat twijfelen aan jezelf dat je je eigen gevoel niet meer vertrouwt. Dat kan in een relatie, maar evengoed met een situationship, scharrel of vriend(in). Denk aan dingen als: “Doe niet zo dramatisch, dat heb ik nooit gezegd” terwijl jij je die discussie wél herinnert, of: “Je verzint problemen die er niet zijn” wanneer je gewoon iets wil uitklaren.

Zo kan je het herkennen: je voelt je na gesprekken vaak schuldig, je zegt constant “sorry” terwijl je niet goed weet waarom, of je vraagt aan vriend(inn)en: “Ben ik nu echt zo raar?”

En zo kan je ermee omgaan:

  • Herken de signalen. Als je je constant schuldig voelt, “gek” wordt genoemd of alles in vraag stelt, is dat een red flag.
  • Check bij jezelf: als iets niet oké voelt, is dat meestal niet random.
  • Reality check met een vriend(in): vertel wat er gebeurt en vraag hoe het overkomt.
  • Durf grenzen te trekken: je mag zeggen “hier voel ik mij niet goed bij” en het gesprek stoppen.
  • Maak het niet kleiner dan het is: ook in een situationship of “we zien wel”-fase heb je recht op respect.

Kort samengevat: als iemand je constant doet twijfelen aan jezelf, is dat geen “chemie”, maar gewoon niet healthy. En als iets structureel niet goed voelt, mag je er ook gewoon mee kappen. Je bent niet hun therapeut of reddingsboei. Iemand kan alleen veranderen als die dat zélf wil en er ook echt aan werkt.

Jij bent wél verantwoordelijk voor wie je toelaat in je hoofd en in je leven.

Ontdek meer