Ben ik verslavingsgevoelig?

Simon Smetryns-09 mei 2023 om 12:06- Foto:

MART PRODUCTION

Verslavingsgevoeligheid verwijst naar de neiging om verslaafd te raken aan bijv. alcohol, drugs, junkfood, gokken... In dit artikel bespreken we enkele van de kenmerken van verslavingsgevoeligheid en hoe je kunt herkennen of je verslavingsgevoelig bent.

Familiegeschiedenis

Een van de belangrijkste risicofactoren voor verslaving is een familiegeschiedenis van verslaving. Als je ouders, grootouders of andere familieleden verslaafd zijn aan alcohol, drugs of gokken, dan heb je zelf ook een hoger risico om verslaafd te raken. Dit komt doordat verslaving deels genetisch bepaald is en doorgegeven kan worden via familieleden.

Impulsiviteit en beloningsgevoeligheid

Mensen die impulsief zijn en een hoge beloningsgevoeligheid hebben, zijn vaak meer geneigd om verslaafd te raken. Impulsiviteit kan leiden tot het nemen van risico's en het negeren van de mogelijke gevolgen van verslavend gedrag. Mensen met een hoge beloningsgevoeligheid hebben meer kans om op zoek te gaan naar nieuwe, opwindende ervaringen, waaronder die met potentieel verslavende stoffen of gedragingen.

Stress

Stressvolle gebeurtenissen en traumatische ervaringen kunnen ook bijdragen aan verslavingsgevoeligheid. Mensen die stress ervaren kunnen op zoek gaan naar manieren om zichzelf te kalmeren of te verdoven, en verslavende stoffen of gedragingen kunnen daarvoor gebruikt worden.

Sociale omgeving

De sociale omgeving waarin iemand zich bevindt kan ook bijdragen aan verslavingsgevoeligheid. Als mensen in een omgeving zijn waarin drugsgebruik, alcoholmisbruik of ander verslavend gedrag de norm is, kan het moeilijk zijn om te weerstaan aan deze druk en niet mee te doen.

Hoe herken je dat je verslavingsgevoelig bent?

Als je je zorgen maakt dat je verslavingsgevoelig bent, zijn er een aantal signalen om op te letten:

  • Je voelt je vaak aangetrokken tot risicovol gedrag, zoals drugsgebruik, overmatig drinken, gokken of roekeloos rijden.
  • Je hebt moeite om je impulsen te beheersen, zoals het eten van junkfood, roken of online gokken.
  • Je hebt al eerder verslavingsproblemen gehad, of je hebt een familiegeschiedenis van verslaving.
  • Je ervaart veel stress of hebt traumatische ervaringen gehad die je moeilijk kan verwerken.
  • Je merkt dat je steeds meer nodig hebt om dezelfde beloning of kick te krijgen, wat kan wijzen op een opbouwende tolerantie voor een stof of gedrag.
  • Je hebt moeite om te stoppen met het gebruik van een stof of gedraging, zelfs als je weet dat het schadelijk is voor je gezondheid, relaties, werk of financiën.
  • Je hebt ontwenningsverschijnselen als je stopt met het gebruik van een stof, zoals trillen, zweten, misselijkheid, prikkelbaarheid of angst.

Als je een of meer van deze signalen herkent, is het belangrijk om professionele hulp te zoeken om te voorkomen dat je verslavingsproblemen verergeren. Verslaving is iets zeer complex en gaat niet vanzelf over, maar met de juiste behandeling kan het worden beheerd en overwonnen.

Het is belangrijk om te onthouden dat verslavingsgevoeligheid geen veroordeling is tot een leven van verslaving. Door bewust te zijn van je risico's en hulp te zoeken als dat nodig is, kun je stappen zetten om een gezonder en evenwichtiger leven te leiden.

Er zijn verschillende organisaties in Vlaanderen die hulp bieden bij verslavingsproblemen. Hier zijn enkele opties:

  • De DrugLijn: Dit is een gratis en anonieme hulplijn waar je terecht kunt voor informatie, advies en ondersteuning bij problematisch middelengebruik.
  • JAC's: Jongeren Advies Centra bieden informatie en advies over verschillende onderwerpen, waaronder verslaving. JAC's zijn er voor jongeren tussen 12 en 25 jaar en je kunt er terecht zonder afspraak.
  • Awel: Ook bij Awel kan je terecht als je met vragen zit. Elk gesprek is gratis en anoniem.

Het is belangrijk om te weten dat er altijd hulp beschikbaar is en dat je er niet alleen voor staat. Als je problemen ervaart met verslaving, aarzel dan niet om hulp te zoeken bij een van deze organisaties of bij je huisarts. Praten met vrienden, familie of leerkrachten kan ook al een goede eerste stap zijn.

Zo herken je gaslighting (en zo ga je ermee om)

Simon Smetryns-20 november 2025 om 09:38

Gaslighting is wanneer iemand je zo laat twijfelen aan jezelf dat je je eigen gevoel niet meer vertrouwt. Dat kan in een relatie, maar evengoed met een situationship, scharrel of vriend(in). Denk aan dingen als: “Doe niet zo dramatisch, dat heb ik nooit gezegd” terwijl jij je die discussie wél herinnert, of: “Je verzint problemen die er niet zijn” wanneer je gewoon iets wil uitklaren.

Zo kan je het herkennen: je voelt je na gesprekken vaak schuldig, je zegt constant “sorry” terwijl je niet goed weet waarom, of je vraagt aan vriend(inn)en: “Ben ik nu echt zo raar?”

En zo kan je ermee omgaan:

  • Herken de signalen. Als je je constant schuldig voelt, “gek” wordt genoemd of alles in vraag stelt, is dat een red flag.
  • Check bij jezelf: als iets niet oké voelt, is dat meestal niet random.
  • Reality check met een vriend(in): vertel wat er gebeurt en vraag hoe het overkomt.
  • Durf grenzen te trekken: je mag zeggen “hier voel ik mij niet goed bij” en het gesprek stoppen.
  • Maak het niet kleiner dan het is: ook in een situationship of “we zien wel”-fase heb je recht op respect.

Kort samengevat: als iemand je constant doet twijfelen aan jezelf, is dat geen “chemie”, maar gewoon niet healthy. En als iets structureel niet goed voelt, mag je er ook gewoon mee kappen. Je bent niet hun therapeut of reddingsboei. Iemand kan alleen veranderen als die dat zélf wil en er ook echt aan werkt.

Jij bent wél verantwoordelijk voor wie je toelaat in je hoofd en in je leven.

Waarom zoveel studenten zich plots ‘sociaal uitgeput’ voelen

Chelsy Vanlerberghe-17 november 2025 om 10:01

Iedereen kent het: je bent nog maar net klaar met les, en iemand vraagt “kom je mee naar de Overpoort vanavond?”… en je lichaam schreeuwt nee. Niet omdat je geen zin hebt in je vrienden, maar omdat je hoofd aanvoelt alsof het net drie groepswerken, twee familiefeesten en een ongevraagd kotbezoek tegelijk heeft overleefd.

Het constante “aanstaan” breekt je af

Tussen volle aula’s, kotgenoten die altijd binnenwippen, werkgroepen die alleen op jouw schouders lijken te hangen en sociale verplichtingen waar je eigenlijk geen energie voor hebt… je brein krijgt amper rust. Je moet lachen, praten, smalltalken, presteren, en dat elke dag opnieuw.

De druk om ‘gezellig mee te doen’ is hoger dan ooit

Studenten zeggen steeds vaker dat ze bas zijn om saai of “anti-sociaal” over te komen als ze een avond overslaan. Daardoor pushen veel jongeren zichzelf om toch maar mee te gaan. Resultaat: je tank geraakt leeg nog voor het weekend begint.

Smartphone = ook sociaal contact

Zelfs als je alleen op je kot zit, ben je eigenlijk nooit alleen. Groepschats, DM’s, memes, verplicht reageren op reels van vrienden… je hersenen blijven in sociale modus hangen. Rust krijgen we dus bijna niet meer.

Het is oké om even op pauze te duwen

Sociale uitputting is niet het signaal dat je “een slechte vriend” bent. Het betekent dat je systeem vol zit. Een dagje off-grid, een avond alleen serie kijken of gewoon niemand spreken, kan net maken dat je er daarna weer wél echt bij bent.

Ontdek meer