Het onderzoek, gepubliceerd in PLOS ONE, volgde meer dan 1.000 basisschoolleerlingen in Shenzhen. Wat bleek? Hoe meer tijd kids doorbrachten op platforms zoals TikTok en Kwai, hoe moeilijker ze zich konden focussen op schooltaken. Dit zorgde uiteindelijk voor lagere resultaten op hun examens. Klinkt logisch: hoe meer je hersenen gewend raken aan snelle, hapklare video’s, hoe moeilijker het wordt om lang ergens je aandacht bij te houden.

Maar ook ouders spelen een rol. Als zij zelf vaak naar korte video's kijken, nemen kinderen die gewoonte over. Minder ouder-kindinteractie door al dat scrollen kan bovendien de leeromgeving van een kind negatief beïnvloeden.

De onderzoekers benadrukken dat scholen en gezinnen samen mediawijsheid moeten promoten. Klinkt heftig, maar met een beetje balans tussen TikTok en je studies kom je al ver. Of zoals de onderzoekers het zeggen: “Innovatieve aanpakken zijn nodig om kinderen en ouders beter te begeleiden.”

Volgens Business Insider zit je voorlopig safe als je iets doet met cybersecurity, data-analyse of AI-integratie. Of je nu codes tikt in Python of snapt hoe machine learning werkt – bedrijven zoeken nog altijd mensen die weten wat ze met die slimme tools moeten aanvangen (en wat ze beter niet doen).

Niet zo’n technerd? Geen stress. Econome Linda Nazareth zegt dat je ook zonder codetaal kan overleven in het AI-tijdperk: “Creativiteit, empathie, nieuwsgierigheid en zelfbewustzijn. Dat zijn dingen die een robot gewoon niet kan.”

Of met andere woorden: als jij goed bent in samenwerken, out of the box denken of mensen begrijpen, dan heb je iets wat geen algoritme kan nadoen.

Er is wel één catch: experts waarschuwen dat instapjobs steeds schaarser worden. AI doet namelijk vaak het saaie werk dat vroeger voor juniorprofielen was. Daardoor wordt het moeilijker om ergens voet aan wal te krijgen.

De oplossing? Zorg dat je iets extra’s biedt. Leer hoe AI werkt in jouw sector, blijf nieuwsgierig en blijf leren, want de skills van vandaag kunnen er binnen vijf jaar alweer helemaal anders uitzien.

Kortom: AI kan veel, maar het blijft een tool. Wie mens blijft in een digitale wereld, heeft nog altijd de bovenhand.

De Britse journaliste Eleanor Noyce schreef in Metro dat ze na haar diagnose vaak te horen kreeg: “Oh ja, dat heeft iedereen tegenwoordig.” Maar volgens haar is dat precies het probleem: ADHD wordt steeds vaker gezien als een persoonlijkheidstrek in plaats van een echte neuro-ontwikkelingsstoornis.

Een studie van University College London toonde aan dat het aantal diagnoses tussen 2000 en 2018 twintig keer is gestegen, en dat het aantal voorschriften voor medicatie bij jonge mannen zelfs bijna vervijftigvoudigd is. Toch blijven vrouwen vaak onder de radar: naar schatting meer dan de helft van de vrouwen met ADHD krijgt nooit een officiële diagnose.

Experts benadrukken dat ADHD veel verder gaat dan “snel afgeleid zijn”. Het beïnvloedt concentratie, geheugen, emoties en sociale interacties, en heeft een duidelijke impact op werk, school en relaties.

Volgens psycholoog Dr. Andrea van Clinical Partners is het grootste verschil dat ADHD-symptomen altijd aanwezig zijn: niet alleen op drukke dagen of tijdens examenstress. “De symptomen zijn hardnekkig, vergaand en hebben een sterke invloed op het dagelijks functioneren,” legt ze uit.

Toch snappen specialisten wel waarom mensen sneller denken dat ze het hebben. Door onze continue blootstelling aan schermen, social media en multitasking lijkt onze aandachtsspanne korter dan ooit. “De menselijke hersenen zijn niet gemaakt voor de constante prikkels van vandaag,” zegt Dr. Andrea.

Kort samengevat: dat je af en toe verstrooid bent, betekent niet dat je ADHD hebt, maar dat we collectief wat overprikkeld zijn, dat is wél duidelijk.