1. Blijf kalm en adem diep in: Het klinkt cliché, maar diep ademhalen helpt echt om je zenuwen te kalmeren en je gedachten te ordenen. Neem een moment om je ademhaling te stabiliseren voordat je antwoordt. Dit geeft je niet alleen tijd om na te denken, maar zorgt er ook voor dat je zelfverzekerder overkomt.

2. Gebruik de kunst van herformuleren: Als je even niet weet wat je moet zeggen, herhaal dan de vraag in je eigen woorden. Dit geeft je extra tijd om na te denken en toont aan de examinator dat je de vraag begrijpt. Bovendien kun je vaak, terwijl je herformuleert, een opening vinden om je antwoord te beginnen.

3. Blijf algemeen: Je hebt geen idee wat het antwoord is, maar dat hoeft de examinator niet te weten. Begin met iets algemeens dat verband houdt met het onderwerp. Bijvoorbeeld, als je wordt gevraagd naar een specifiek aspect van de Franse Revolutie en je weet het niet, begin dan breed: "De Franse Revolutie was een periode van ingrijpende sociale en politieke veranderingen." Daarna probeer je dit te verbinden met het onderwerp van de vraag. Zo laat je zien dat je enige kennis hebt, en wie weet, misschien val je per ongeluk op het juiste antwoord.

4. Gebruik voorbeelden: Verhalen en voorbeelden blijven hangen. Als je vastloopt, probeer dan het onderwerp te koppelen aan iets bekends of iets uit je eigen ervaring. Bijvoorbeeld, als je iets gevraagd wordt over economische theorieën en je bent de draad kwijt, zeg dan: "Dit doet me denken aan hoe prijzen in de supermarkt kunnen fluctueren door verschillende factoren zoals seizoensgebonden vraag of aanbodproblemen." Dit laat zien dat je het onderwerp kunt relateren aan de echte wereld, zelfs als je de specifieke details niet weet.

5. Stel vragen: Als je echt vastzit, probeer dan de vraag te verduidelijken door zelf vragen te stellen. Bijvoorbeeld: "Bedoelt u hiermee specifiek de economische impact van de Revolutie op de boeren, of meer de bredere sociale veranderingen?" Dit geeft je een beetje tijd om na te denken en toont aan dat je probeert het onderwerp te begrijpen. Soms helpt de examinator je onbewust door meer context te geven.

6. Be confident: Zelfvertrouwen kan een wereld van verschil maken. Ook als je het antwoord niet weet, blijf rustig en praat met overtuiging. Gebruik je lichaamstaal om vertrouwen uit te stralen: maak oogcontact, zit rechtop en praat duidelijk. Een kalme en zelfverzekerde houding kan vaak net zo belangrijk zijn als de juiste antwoorden.

You've got this!

1. Herschrijf je planning (niet weggooien)

Als je het gevoel hebt dat je achterloopt, ben je geneigd om je hele planning op te geven. Don’t. Wat wel helpt? Even afstand nemen, en je schema herbekijken alsof je het voor een vriend zou maken. Wat is nog haalbaar? Wat kan je schrappen of doorschuiven? En vooral: durf realistisch te plannen. Geen 8 uur focussen op een dag – hou het bij blokken van 1 à 2 uur met ruimte voor pauzes.

2. Reset je ruimte = reset je hoofd

Klinkt stom, werkt echt: vijf minuten opruimen of je bureau opnieuw organiseren, doet wonderen voor je hoofd. Weg met lege bekers, gsm even uit zicht. Je hoeft geen esthetisch bureau, gewoon ademruimte.

3. Check in met jezelf

Even stilstaan bij hoe je je voelt, helpt je om niet kopje onder te gaan. Stel jezelf deze vragen: Heb ik gegeten? Geslapen? Beweegd? Iemand gesproken vandaag? Kleine dingen kunnen al een verschil maken. En nee, een pauze nemen betekent niet dat je ‘lui’ bent – het betekent dat je mens bent.

4. Doe één ding. En vier dat.

Als alles te veel is, kies dan één ding. Eén hoofdstuk, één taak, één pagina. Zet een timer van 20 minuten en focus enkel daarop. Je hoeft vandaag niet alles in te halen. Eén actie is genoeg om die ‘ik-ben-aan-het-falen’-gedachte te counteren. En daarna? Vier het. Serieus. Dans in je kamer, maak een warme chocomelk, bel iemand op. Kleine overwinningen tellen ook.

5. Praat erover

Blokstress is zwaar. En het wordt nog zwaarder als je denkt dat je de enige bent die het moeilijk heeft. Maar spoiler: je bent dat niet. Iedereen struggelt op z’n eigen manier. Dus praat erover, lach ermee, stuur die meme door die te herkenbaar is. Het lucht op.

Uit het onderzoek blijkt dat maar liefst 78% van de singles een instant ick krijgt van een saaie “hey” of “hi”. Geen extra info, geen mopje, geen creativiteit. Just vibes? Nee, just delete.

Andere berichten die je beter vermijdt:

• “You up?” → 72% vindt dit een duidelijke booty call-vibe.

• “Hoe gaat het?” → Volgens de deelnemers scoort deze net iets boven ‘snurk’.

• Cheesy pick-up lines → 59% antwoordt daar gewoon niet op.

• “Hey beautiful” of “Hi handsome” → Klinkt misschien lief, maar 54% vindt het te cliché.

En ook:

• “Ik stuur normaal nooit eerst” → Laat het dan misschien zo.

• “Waarom ben jij nog single?” → Awkward, en een beetje passief-agressief.

• “Je lijkt op m’n ex” → Bruh.

• “Zeg eens waarom wij zouden daten” → Doen we hier nu sollicitaties?

Datingexpert Sylvia Linzalone benadrukt dat openingsberichten moeilijk zijn: “Je kan grappig proberen zijn, maar tekst mist vaak tone of voice. En wie te hard probeert, faalt meestal ook.” Geen druk dus.

Wat moet je dan wél studeren? Iets origineels, iets persoonlijks. Reageer op hun bio, stel een grappige vraag of stuur een meme die past bij jullie vibe. En als je écht geen inspiratie hebt: beter geen bericht dan een “yo”. Je liefdesleven verdient iets beter dan een "hey", toch?

Oh, en voor je panikeert omdat je nog geen antwoord hebt: je bent niet alleen. Veel mensen checken obsessief of hun match al iets heeft gestuurd. Blame it on the dopamine. Want ja, datingapps triggeren je brein op een manier die lijkt op een gokautomaat.